De stier symboliseert vruchtbaarheid. Daarom gebruikten mensen vroeger een stier om te offeren. Het offeren van een stier symboliseert ook het overkomen van het dierlijke instinct. Het scheidt je van de moeder. De Egyptische godin Hathor is de moeder van de goden en de stier als sterrenbeeld wordt beheerst door Venus (de godin van liefde, schoonheid en harmonie). Dit maakt de stier het vrouwelijke principe, de anima.
De stier heeft ook ook een mannelijke betekenis, daar waar de god Mithras en de god Dionysos ook afgebeeld worden als stier. Door de stier te offeren, offer je eigenlijk deze goden. Het is dus een goddelijk offer. De levende stier is de held (ego) en je offert deze aan de verschrikkelijke moeder (het onderbewustzijn). Het offer is nodig omdat het kloof tussen het bewustzijn/ego en onderbewustzijn te groot is geworden. Ze moeten weer in harmonie met elkaar gebracht worden en dit kan gedaan worden door het ego te offeren, omdat de psychische energie dan naar het onderbewustzijn kan stromen. De held komt weer tot leven (Christus) en wordt onsterfelijk, zoals de zon. Maar dit offer kan alleen een zelf-offer zijn, het moet een vrijwillige keuze zijn. De held moet herenigd worden met de verschrikkelijke moeder op vrijwillige basis. Hij gaat dan naar de baarmoeder van moeder natuur en een deel van hem sterft af. Het andere deel van de held zal herboren worden op spiritueel niveau.
Op het plaatje is de stier de Griekse god Zeus die Europa ontvoert.
